In 2004 zijn mijn man Egbert en ik voor het eerst 3 weken in Miloso, Zambia geweest. Tijdens deze weken hebben we veel contact gehad met de plaatselijke bevolking. We werkten samen, zijn op bezoek geweest bij verschillende families en in de Health Post konden we een helpende hand bieden. We waren meer dan welkom. In 2006 was het weerzien na 2 jaar hartverwarmend. Er was een vertrouwensband, het klikt meteen weer. De contacten werden steviger. Hiermee werd de problematiek van deze mensen voor ons duidelijker.

Ten eerste het onderwijs. Veel kinderen volgen het lager onderwijs niet zo consequent als hier in Nederland, maar de meeste kinderen doorlopen wel de 8 klassen die ze aanbieden.  Je ziet daarna jongeren die veel capaciteiten in zich hebben maar zich niet kunnen ontplooien omdat het vervolgonderwijs te duur is. Bijvoorbeeld: Een vader van een gezin met 5 kinderen verdient 50 euro per maand en zijn vrouw 40 euro per maand. De oudste 3 kinderen volgen het voortgezet onderwijs, de kosten hiervoor zijn ongeveer 1200 euro per jaar. Op dit moment zijn de kosten van het onderwijs voor de jongste 2 kinderen nog bijna gratis. Hoe kun je je kinderen laten studeren met dit inkomen?

Ten tweede de gezondheidszorg. In de Health Post wordt met een minimum aan middelen gewerkt, dit geeft beperkingen. Met enige regelmaat verstrekt de regering een pakket met verbanden, medicijnen, HIV testen, echter is dit niet voldoende. De volgende voorbeelden illustreren dit:
Een dag in de maand gaan de medewerkers van de Health Post het veld in. Dat betekent dat ze naar een dorp ongeveer 15 km verderop gaan om kinderen tussen 0 en 5 jaar te wegen en te vaccineren. Die dag is de Health Post in het dorp gesloten. Op de fiets (van Zambiaanse kwaliteit) gaan de nurse en haar assistent met een koelbox vol vaccinatie vloeistof op de rug op pad over de stoffige zandwegen. Veel moeders met kinderen uit de verre omgeving komen hiernaartoe lopen om hun kind te laten wegen en vaccineren. In de loop van de dag is de vaccinatievloeistof op. Pech voor de kinderen die nog zitten te wachten. Volgende keer beter! Ze worden nog wel gewogen en er wordt voorlichting gegeven, maar meer hebben de medewerkers niet te bieden.
Nog een paar voorbeelden: Er is maar één houten spatel in de Health post, niemand wil de laatste houten spatel gebruiken, dus zijn er eigenlijk geen houten spatels. Er is één plastic koord die als stuwband dient bij het bloed afnemen voor onderzoek. Er is geen tensiemeter om de bloeddruk te meten, en ga zo maar door.
Voor ons onbegrijpelijke situaties, maar voor de mensen in Zambia heel gewoon.

Tijdens ons verblijf in 2006 werd voor ons steeds duidelijker: hier willen we iets mee! We kunnen nu niet meer weggaan en het daarbij laten. Maar hoe kunnen we helpen?
Weer thuis deelden we deze ervaringen met familie, vrienden en bekenden. Al snel kwam de vraag: hoe kunnen wij jullie ondersteunen? Dit heeft ons doen besluiten om de Stichting ”4 Zambia” op te richten.

Egbert en Dinie Baan